Leren met literatuur

23 september 2009

Het is geen verrassende mededeling op zichzelf, maar ik probeer zoveel mogelijk kwalitatief goede jeugdliteratuur te gebruiken bij het onderwijs van de kinderen. Die mooie boeken worden in onze kringen ook wel levende literatuur genoemd: living books, in navolging van Charlotte Mason, een onderwijskundige die veel goede ideeën heeft nagelaten voor het (thuis)onderwijs. Ik denk dat kinderen daar goed op gedijen, dat ze er meer plezier aan beleven en dat ze er net zoveel of zelfs meer van leren dan van lesmethodes.

Lesmethodes of kortweg ‘methodes’ zijn de boekenreeksen die een school per vak gebruikt. Zo biedt iedere educatieve uitgeverij haar eigen ‘methode aardrijkskunde’ aan (of methode natuur, taal of rekenen) en probeert scholen ervan te overtuigen dat déze methode zich werkelijk onderscheidt van alle andere.

Er zitten prima lesboeken bij maar ze zijn, uiteraard, bedoeld voor scholen. Als je dertig kinderen hetzelfde wilt leren, of zelfs alle kinderen van Appelscha tot Roermond, dan is het handig om één methode te hebben, zodat je niet per kind een apart lesprogramma hoeft te maken.

Bij privéonderwijs ligt dat anders. Dan kun je zonder veel moeite het aanbod afstemmen op het kind zelf. Ik heb al eens laten zien dat het niet zo ingewikkeld is om erachter te komen wat een kind ongeveer ‘moet’ weten op een bepaalde leeftijd – afgaande op wat er op school geleerd wordt (zie ‘Op niveau’) – dus dat hoeft geen reden tot paniek te zijn. Des te meer tijd voor mooie boeken.

Gisteren hadden we een goed voorbeeld van literatuur in combinatie met een methode. Philip was bezig in Topklassers, dat ik begin dit jaar op de onderwijsbeurs had gekocht. Het mooie van deze boeken is dat ze een aanzet geven om zelf op onderzoek uit te gaan. In dit geval kreeg Philip de opdracht om op te zoeken:

a) wie de eerste gemotoriseerde vliegmachine de lucht in kreeg
b) wie de eerste stappen op de maan had gezet en welke bijkomende informatie je kon vinden over de raket en de astronaut zelf, en
c) wie het eerste levende wezen in de ruimte was.

Onmiddelijk greep Philip naar de boeken van Arend van Dam. Uit Lang geleden… herinnerde hij zich het verhaal van Neil Armstrong op de maan, dat van de gebroeders Wright stond in In een land hier ver vandaan… Om hem op weg te helpen met vraag c) zonder dat hij direct zijn heil bij Google hoefde te zoeken, pakte ik het kinderboekenweekgeschenk 2006 voor de mooiste versie over het astronautenhondje Laika.

Terwijl hij ondersteboven op bed Bibi Dumon Tak lag te lezen, prees ik me gelukkig.

Bibi Dumon Tak, Laika tussen de sterren

%d bloggers liken dit: