De Natuurschool

17 september 2009

‘Het mag dan wel thuisonderwijs heten’, zei de collega-moeder tegen mij, ‘maar zo vaak zijn we niet thuis.’

Dat was gisteren, toen we een dag met de Natuurschool op pad waren. Ik hoorde erover op de onderwijsbeurs in januari, waar de Natuurschool ook een kraampje had. Omdat er genoeg animo was, had ik een rondleiding besproken. Van heinde en verre kwamen ze, letterlijk van Groningen tot Maastricht, Apeldoorn, Noord-Flevoland en Amsterdam, samen op een Zuid-Hollands eiland.

We kwamen voor de vissershaven van Stellendam, de enige plek in Nederland waar nog garnalen met de hand gepeld worden. Alle overige garnalen worden in Marokko gepeld, vertelde onze gids. De dames daar pellen er 60 per minuut. Dus 28.800 garnalen op een achturige werkdag, rekende Philip uit. Dat haalden wij niet. Maar we deden een poging.

Jet vond het viehies…

… maar ze deed het wel, op voorwaarde dat ze ze niet hoefde op te eten. Daar hielp ik dan bij.

Philip vond ze lekker en bleek ook over het erfelijke pel-gen te beschikken. Een natuurtalent, al zeg ik het zelf. Mijn oma zou trots geweest zijn.

Na het pellen mochten we onderzoeken, voelen en besnuffelen wat de vissers meegebracht hadden. De gebruikelijke kabeljauw en schol uiteraard, maar ook bijzondere bijvangst. Zoals grote krabben.

Grote krab

En zonnevis.

Zonnevis

En sepia, rog en vuistdikke paling. Alles kwam voorbij in kleine teiltjes, zodat iedereen het goed kon bekijken en vasthouden. Van de hondshaaitjes werden we even stil.

Natuurschool 23

Buiten de loods mochten de kinderen zelf wat vissen. De gids had ’s morgens krabbenvallen met aas te water gelaten en die konden we nu vanaf de steiger omhoog hijsen. Iedereen had beet.

Voordat ze weer teruggezet werden in het water, werd alle vangst verzameld in grote bakken. De gids legde wat meer uit over de krabben. 

Wat ze eten (afval), waarom ze vaak een paar pootjes missen (die laten ze zelf los als ze door een meeuw uit het water gegrist worden), hoe je kunt zien of het een mannetje of vrouwtje is (mannetjes herken je aan het vuurtorentje op hun buik, vrouwtjes aan de cirkel).

En we hadden geluk. Vandaag kwamen de garnalenboten binnen.

We mochten er met onze neus bovenop staan om te zien hoe ze gelost werden.  

Het tweede deel van de dag brachten we op het strand door. Daar zouden de kinderen grote kornetten (sleepnetten) door het water trekken en proberen bijzondere diertjes te vangen. 

Na de lunch achter comfortabele windschermen bleek het strand van Ouddorp zelf wel wat winderig. Maar hee, Hollandse kinderen, hè.

Sommige Hollandse kinderen hadden iets meer last van de wind dan andere. Maar die leenden dan de zonnebril van hun moeder, zodat ze stijlvol op kwallenjacht konden.

We noemden hem De Bromvlieg.

De vangst van het grote sleepnet was een beetje karig, dat kwam doordat de stroming niet wilde meewerken. En uit de schepnetten kwam ook niet veel meer dan een verdwaalde garnaal, zandspiering en babykrab.

Maar de kinderen holden door de branding, het strand was wijds en leeg en beeldschoon. We waren samen, we konden praten en lachen en het zonnetje scheen, dus we genoten.

%d bloggers liken dit: