Zomer
8 juli 2009
Ah, zomer. Ik vind het niet erg dat het nu weer een beetje afkoelt, maar de afgelopen weken waren toch wel heel fijn. De eindeloze dagen die zich aaneen regen. ’s Avonds na het eten nog even zwemmen in de plas of naar het strand om over de golven te springen. En dan met fris gewassen hoofden nagenieten, een permanente geur van zonnebrandcrème in de neus.
Zomerfruit eten. Kersen en wilde perziken, bessen in alle kleuren, frambozen en bramen, twee bakjes voor een euro. Exotische vruchten met sprookjesachtige namen als drakenfruit, prachtige kleuren en vormen, waarvan je aan de groenteman moet vragen welke delen je ervan kunt eten. Watermeloen. We eten het als ontbijt, als lunch, als toetje. Door de frullati di frutta (gepureerd fruit met ijsklontjes, zonder melk), uitgehapt of met mes en vork. Sommigen van ons eten het ondersteboven en achterstevoren.
Het leek de laatste tijd of er meer uren in een dag zaten. Dat was natuurlijk ook zo. Maar de dagen waren ook echt voller; we deden meer terwijl het minder moeite kostte. De ochtenden waren niet zo afwijkend -in de winter volgen we ook altijd al soort een tropenrooster- maar de middagen waren meer dan anders een explosie van vriendjes, mee-eters, strand en picknicks met andere thuisonderwijzers en ziekenbezoekjes bij oma in het ziekenhuis zestig kilometer verderop.
Veel prevakantieactiviteiten ook. Afscheid van turnen, waar Philip wilde trakteren op ijsjes. Afscheid van ballet, want de balletschool stopt ermee, met gelukkig nog een prachtige dansuitvoering. De laatste zondagsschool voor de zomervakantie, waarvoor we met alle kinderen cakejes bakten voor de mensen van de hele kerk.
Dat was nog een heel werkje. Vooral het versieren. (Philip houdt van muziek, vandaar de draadloze koptelefoon waarmee hij van keuken tot woonkamer in dolby surround voorzien bleef.)
Het resultaat mocht er wezen.
En o ja, we hebben een leuke nieuwe boekentrilogie gevonden, die van Thijs Goverde over de meesterdief. Het eerste deel, De wraak van de meesterdief, lazen we vorige maand en nu zijn we bezig in De jacht op de meesterdief. Heel anders dan de boeken van Astrid Lindgren die we laatst weer veel gepakt hebben of andere klassiekers die we tot nu toe lazen.
De verhalen over de meesterdief zijn sprookjesachtig en wat baldadig. Spannend zonder eng te worden, want de hoofdpersoon kan zo prachtig overdrijven dat alle hachelijke avonturen gerelativeerd worden. Boosaardige personages hebben een defect dat ze potsierlijk maakt en netelige situaties zitten zo vol woordgrapjes, dat je gewoon wéét dat het wel goedkomt in dat woud met die koppensnellers, of bij die achtervolging door arglistige ontvoerders.
Het is wel belangrijk om ze op volgorde te lezen, vind ik. Ik had zelf het tweede deel alvast diagonaal gelezen om te kijken of het iets voor ons zou zijn, maar dan mis je toch essentiële informatie. Verder begrijp ik niet waarom er voor deze illustraties gekozen is. Ze passen niet bij het verhaal en kloppen soms ook niet met de tekst. Personages worden vaak heel uitgebreid beschreven, zoals de geleerde Aegolius, huisleraar van de hoofdpersoon, maar op de tekeningen zie je dat niet terug. Dan liever helemaal geen illustraties, zou ik denken.
Het tweede deel vind ik iets leuker dan het eerste. Vooral de circusscène uit De jacht op de meesterdief is virtuoos, die konden we niet in één keer uitlezen omdat we zo moesten lachen. Het derde deel heet De hand van de meesterdief en ligt al paraat om in een moeite doorgelezen te worden.