Tien
17 mei 2009
En dan word je op een dag wakker en heb je een kind van tien. En wat voor een kind.
Een kind dat zo groot kan denken en toch zo intens kind is. Die voor de twaalfde keer een andere cd voor zijn peuterzusje opzet als ze verongelijkt brult: ‘It zei toch: Se-sam-straat’, maar die net zo makkelijk vergeet dat ze nog maar twee is (‘Mam, Cato doet niet wat ik zeg’).
Een kind voor wie de hele wereld aan zijn voeten ligt (‘Ik wil uitvinder worden; denk je dat mensen daar behoefte aan hebben?’) en dat toch zo in de put kan zitten omdat hij een woord verkeerd gespeld heeft (‘Zie je wel dat ik dom ben’).
Een kind met een enorme fantasie en een buitensporig groot hart. Het zal je kind maar zijn. Of je vriend, je kleinzoon, je neef of buurjongen. Of je broer. Dan ben je bevoorrecht.
Hij wilde graag starwarspoppetjes voor zijn verjaardag. Na lang nadenken bleef het bij drie poppetjes. ‘Verder ben ik eigenlijk wel tevreden.’
Ik wilde me al gelukkig prijzen met zo’n bescheiden kind, toen hij erachter kwam welke poppetjes er buiten de speelgoedwinkel om te krijgen zijn. Hij pakte zijn Starwarsbijbel erbij om te zien welke personages hij nog miste en binnen afzienbare tijd was het ingetogen aantal van drie uitgegroeid tot een ongegeneerde hoeveelheid van dertig poppetjes. Dan hadden wij als gevers tenminste wat te kiezen.
Om het ons makkelijk te maken had hij bij ieder personage op de verlanglijst een cijfer tussen 1 en 10 gezet: hoe hoger het cijfer, des te groter was de behoefte aan het betreffende poppetje. De heb-indicatie bleek echter uitsluitend uit negens en tienen te bestaan, wat de besluitvorming er niet veel gemakkelijker op maakte. Maar met hulp van Jet (‘Deze vindt hij écht gaaf, mam’) lukte het toch om een evenwichtige selectie van goeien en slechten samen te stellen.
Eigenlijk vond ik het maar niks, alleen zo’n berg plastic als verjaarscadeau. Niet eens iets degelijks ter compensatie. Iets van ongelakt hout of zo. Iets wat jaren meegaat als bewijs van verantwoord ouderschap. Maar ik wist ook wel dat hij met die berg plastic ontzettend veel zou spelen. Ik bedoel, we zouden hem er wel echt blij mee maken. Dat is toch waar verjaarscadeaus voor bedoeld zijn. En hij wordt tien, bedacht ik, hoeveel jaar zal hij nog zo hartstochtelijk met iets kunnen spelen?
Het was een goede keuze. Hij was blij. Het waren meer poppetjes dan waarop hij gehoopt had -de grootouders hadden geparticipeerd in de aanschaf- en hij kon samen met zijn zus en zielsverwant weer hele nieuwe avonturen bedenken. Het was een mooie verjaardag.