Aanmonsteren
18 december 2008

Kaart van de gevaarvolle reize van de scheepsjongens van Schipper Bontekoe
We zaten in een zeeheldenflow de afgelopen tijd. Ik had De scheepsjongens van Bontekoe gehaald en die hebben we avond aan avond (aan avond, aan avond) ademloos gelezen.
Het is het soort boeken waar ik zo van hou. Een variant op een waargebeurd verhaal, spannend en mooi geschreven. Het is vreselijk leuk om dat met Philip en Jet samen te kunnen doen, om te zien dat je kinderen ook genieten van wat je met hen wilt delen.
Er is een herziene versie De scheepsjongens vanaf de 29e druk in 2007, bewerkt door Suzanne Braam, maar wij hadden een oorspronkelijke uitgave uit 1985, de versie die hier ook in zijn geheel op internet te lezen is. Toen we op de helft van het boek waren, heb ik de herziene uitgave erbij geleend om te kunnen vergelijken. Ik moet zeggen dat ik de bewerking van Braam uitstekend vind. Ze heeft de sfeer en taal van het boek onaangetast gelaten en het leest een stuk vlotter.
Ik wilde in die nieuwe editie verder gaan, maar Philip en Jet hechten zich nogal snel en wilden in het origineel voorgelezen worden (‘We zijn dat nieuwe boek niet gewend’). Eigenlijk was het ook wel leuk om bij het kneuterige Nederlands uit 1923 te blijven: ‘Wil ik je even helpen, boots?’ Bovendien heeft Braam er in haar bewerking een hoop Indische woorden uitgehaald die jeu geven aan de avonturen van de jongens op Sumatra, die zou je dan zomaar missen.
Ik had het echte journaal van Bontekoe nog nooit gelezen, het verslag dat Willem IJsbrandsz. Bontekoe in 1646 schreef na zijn ellendig reis en waarop het verhaal van De scheepsjongens gebaseerd is. Ook dat staat integraal online en wel hier – helemaal leesbaar gemaakt door Lennaert Nijgh. Ik zag dat er in 2001 nog een bewerking van het Journael is verschenen door Thomas Rosenboom, dat wil ik graag nog eens lezen.
Thuisonderwijstechnisch is het natuurlijk een juweeltje, dat verhaal van die scheepsjongens. Nieuwe woorden en zeden in overvloed en weer een mooie combinatie van geschiedenis en aardrijkskunde. De kinderen zaten tijdens het lezen paraat met globe en zakatlas om alle prominente plaatsen en routes door te nemen: Kaap de Goede Hoop, de Indische Oceaan, Réunion, Hoorn. Uit vrije wil overigens – het is namelijk gewoon leuk om te zien hoe ze gevaren hebben. Of hoe ze hadden kúnnen varen. Of waar het schip ontplofte.
Als aanvulling is het boek van Vibeke Roeper een goeie: Zwarte peper, scheurbuik. Kinderen op reis met de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Geen aanbeveling voor het slapengaan, want de stokslagen vliegen je om je oren en er worden zonder pardon ouden van dagen overboord gekieperd, maar het geeft een reëel tijdsbeeld zullen we maar zeggen.
Ik vond in de bibliotheek nog een video van een oude schooltv-serie in twee delen: Bontekoe, schipper bij de VOC; via een zandloper komt iemand uit onze tijd bij schipper Bontekoe terecht, terwijl deze juist zijn Journael aan het schrijven is. Erg de moeite waard. En toevallig ging laatst een uitzending van Vroeger en zo, ons vaste schooltv-moment in de week, over reizen met de VOC. Hier kun je de hele aflevering van tien minuten zien, ook een aanrader.
John heeft met de kinderen twee afleveringen van The full circle gekeken, die fabelachtig mooie reisdocumentaire van Michael Palin. In deze delen komen allerlei dingen uit Bontekoe voor: Palin bezoekt sawa’s (rijstterrassen), een theeplantage, een stam van voormalige koppensnellers, hij gaat naar Java en proeft een doerian – het staat ook allemaal in het boek.
Vorig jaar is de film over De scheepsjongens uitgekomen, maar daar hik ik nog tegenaan. Films na boeken vallen vaak tegen en ik word er een beetje moe van dat alle kinderfilms zo geërotiseerd worden. Na de verfilming van Pluk van de Petteflet, waarin Aagje of all people een liaison met Pluk op het oog heeft, heb ik het een beetje opgegeven. Begrijp me goed, ik heb niets tegen verliefdheden in films, maar wel als die er aan de haren bijgesleept worden en het oorspronkelijke verhaal tekortdoen. De brief voor de koning was daarentegen weer een prachtige uitzondering op de regel, dus wie weet geef ik het nog een kans. Eerst nog maar even nagenieten met Fabricius’ betamelijke woorden op het netvlies.