I.M.
19 oktober 2007
Wie anders dan hij kon een egeltje vergelijken met Persephone, omdat egeltjes een winterslaap houden, net zooals de Griekse godin door de god Hades wordt meegenomen om in de winterse duisternis van de onderwereld de lente af te wachten?
Wie anders dan hij had zoveel bijbelkennis dat je er je hoed voor afnam?
Wie anders sprak met zoveel liefde over de Liefde, dat je zeker wist dat er niets belangrijker is?
Wie anders kon kunst, natuur en mooie verhalen zo verbinden, dat Charlotte Mason hem ogenblikkelijk in haar canon op zou nemen?
Ik moest gisteren nog aan hem denken, toen we in het heempark waren, op zoek naar paddenstoelen, en de kinderen naast eekhoorntjesbrood, inktzwammen en zwavelkopjes een libel ontdekten, die rustig bleef zitten terwijl zij er op hun buiken naar lagen te kijken.
Toen hij tweeënhalf jaar geleden kwam signeren, hebben we anderhalf uur in de rij gestaan. Philip (6) had zijn eigen exemplaar van De achtertuin meegenomen en ging telkens alvast even bij de signeertafel kijken tot we aan de beurt waren.
Jet (bijna 3) wilde vooral vertellen dat ze zo graag naar de filmpjes van de achtertuin keek. Mijnheer Wolkers vroeg haar welke ze de mooiste vond en zij antwoordde: ‘Die van het egeltje’.
Nadat alle boeken gesigneerd waren, trok Jet me aan mijn mouw, omdat ze mijnheer Wolkers nog iets wilde zeggen. ‘Ik vind u zo lief’, zei ze. ‘En ik vind jou ook lief’, zei hij. Toen mocht ze bij hem op schoot.