Nigel
3 juni 2007
Vorig jaar was Prehistoric Park 1) op televisie. In deze serie gaat een wetenschapper terug in de tijd om prehistorische dieren in hun eigen tijd en omgeving te ontmoeten en ze vervolgens mee te nemen naar de 21e eeuw, zodat hij ze kan observeren in een flinke dierentuin.
Zes dinsdagen zaten we aan de buis gekluisterd en trok de oerparade aan ons voorbij. Maanden na de laatste aflevering vroegen de kinderen nog wanneer Nigel weer eens op tv kwam. De held van de serie was namelijk Nigel Marven, een zoöloog die ook meegewerkt heeft aan de serie Walking with dinosaurs.
De vreugde was dan ook groot toen we toevallig van de week op National Geographic de aankondiging zagen van een nieuwe film van ûs Nigel, Micro Safari: Journey to the bugs. De film bleek van hetzelfde genre te zijn als de prehistorische serie: een natuurdocumentaire in een sprookjesachtig verhaal. In Micro Safari krimpt Nigel tot anderhalve centimeter lengte en mengt zich in het insectengewemel van een achtertuin.
Omdat hij op een onhandig tijdstip werd uitgezonden, had ik de film en The making of opgenomen. Toen de kinderen vanmiddag uitgelaten thuiskwamen van een roeitocht met John hebben we, nadat ze het eendenkroos van hun lichamen gedoucht hadden, samen de film bekeken. Het was weer een groot succes. Vooral de heldhaftige actie van Nigels assistent, ex-boswachter Doug, die met een brandblusser een enorme rode mier aanvalt, maakte veel indruk. Na afloop zei Philip: ‘Ik wil ook ex-boswachter worden.’
Midas Dekkers 2) heeft eens gezegd dat het biologieonderwijs op jongere leeftijd gegeven zou moeten worden, omdat kinderen er op de basisschool veel ontvankelijker voor zijn dan op de middelbare school. En hoewel ik het niet altijd met hem eens ben, maak ik graag van de gelegenheid gebruik om zijn woorden volkomen selectief te interpreteren in het kader van thuisonderwijs. Jonge kinderen zijn vreselijk goed in het onthouden van verschillende soorten walvissen, dinosaurussen, insecten. Ze kunnen geweldig observeren en wat belangrijker is: ze vinden het leuk om al die verschillende kenmerken te onthouden. Als Jet praat over de honingdauw die de bladluis produceert of Philip twintig verschillende dinosaurussen determineert en precies weet of ze uit het Krijt of de Jura stammen, dan ben ik blij dat ik niet hoef te zeggen ‘sorry, maar dat behandelen we pas in groep zes’.
————————————-
1) De serie is te leen bij de bibliotheek, overal te koop en wordt inmiddels ook ruimschoots tweedehands aangeboden. EAN 8711983487208.
2) Zie ook het interview met Midas Dekkers waarin hij -waarschijnlijk onbedoeld, maar niettemin met verve- een mooie lans breekt voor thuisonderwijs; eerste kolom, na de vraag ‘Dus opvoeden heeft geen zin?’